Op de akkers ten zuiden van Schokland zijn de afgelopen weken met de hand grondboringen gedaan. Doel was om heel gedetailleerd in kaart te brengen waar de ondergrondse rivierduin ligt. Dit bepaalt namelijk de precieze loop van de greppels die hier zin gepland om de bodem voldoende vochtig te houden.
Aan de zuidkant van Schokland liggen veel sporen van bewoning in de bodem. Voor het behoud van deze archeologische waarden en werelderfgoed, is het belangrijk dat de veenlaag in de bodem vochtig blijft. Gemeente Noordoostpolder en Het Flevo-landschap werken daarom samen aan lokale vernatting. Onderzoek heeft laten zien dat het ontwikkelde greppelstelsel inderdaad geen effect heeft op de aanpalende landbouwpercelen.
Voor het werk is een gespecialiseerd bureau ingehuurd. Om te bepalen waar te beginnen met boren, had de medewerker een tablet met een basiskaart met eerdere, ruwere meetgegevens van het gebied. In totaal verwachtte het bureau zo’n duizend keer de gutsboor in de grond te moeten steken. Daarbij ontstaat een gaatje ter grootte van een muizengang.
Doel is het punt vinden waarop er een stukje veenlaag tussen de klei en het zandpakket ligt. Want dat is het begin van de veenlaag die op de flanken van de ondergrondse rivierduin ligt. Want daarin liggen de bewoningssporen die tot zo’n 10.000 jaar teruggaan en als werelderfgoed behouden moeten worden. De uitkomsten van de boringen zijn direct ter plaatse samen met de gps-coördinaten ingevoerd. Een mooie combinatie van ouderwets handwerk en nieuwe techniek.
Het projectgebied is in totaal zo’n 200 hectare groot en is in beheer bij Het Flevo-landschap. In het nieuw te ontwikkelen natuurgebied waar natuur de archeologie beschermt, is ook agrarisch medegebruik gepland.